Pleegzoon

 


 

Pleegzoon.

 

Een Zuster houdt er een pleegzoon op na,
Daar zorgt ze voor als ’n goede mama.
De hele dag is ze druk in de weer.
En staat ze in dienst van dien jongen meneer.

Ligt hij op bed, dan zit z’aan zijn zij,
en maakt hem met een vertellinkje blij.
Op z’n tochten in deze ballingschap,
is zij zijn steun bij elke stap.

Want tochten maken, doet hij zo graag,
“Wandelen gaan?” is steeds zijn vraag.
’t Is dan ’n geweldige racepartij,
de Zuster houdt Edje nauwelijks bij.

Als beiden dan buiten adem zijn,
dan rusten ze op de bank, heel fijn.
Maar is Sientje toevallig daar in de buurt,
die steeds naar werkelozen gluurt,

dan is dat wel ’n vervelend geval.
Ze denkt: “Wat Sien wel zeggen zal?”
Hij denkt beslist, dat ik nou hier,
zo maar zit voor mijn plezier”.

Als Edje dan rukken naar voren doet,
zodat ze hem telkens grijpen moet,
dan keert weer terug al haar moed,
want Sien ziet dat zij ook wat doet.

Lies Keulen – Zuster Josepha Cornelia