Voldoende eten

 


 

Voldoende eten.

 

Alle hong’rige leeuwen, ontvlucht uit hun kooien,
zo renden de vrouwen nu naar het “gedek”.
Er was zzoveel eten daar bij de omheining,
en iedereen had onbeschrijflijk veel trek!

Javanen verkochten of ruilden voor kleren;
het laatst wat men had, werd voor voedsel betaald.
’t Is niet te beschrijven, wat ieder kon eten,
wat moest er ook veel worden ingehaald!

Indische mensen en heel veel Chinezen,
die deelden maar uit en haalden maar bij.
Het was een verdringen daar ginds bij de pagger,
men schreeuwde en riep: “Geef het mij, geef het mij!”

De jappen, die hadden nu niets meer te zeggen:
we bogen niet meer, dat was een gemak!
We stookten weer vuurtje en kookten het eten,
Geen katten of ratten, — geen kikker of slak!!

Lies Keulen – Zuster Josepha Cornelia